Wanneer je zenuwstelsel aan de noodrem trekt: waarom burn-out begint in je lijf, niet in je hoofd

Of: waarom je je woonkamer niet kunt decoreren als het brandalarm afgaat

Het was 2018. Ik stond op de top van mijn kunnen – althans, dat dacht ik. Nog niet zo lang geleden lag ik nog in coma na een ernstig hersenletsel. Ik kon niet lopen, niet staan, zelfs niet spreken. En nu? Nu gaf ik lezingen, had ik een boek gepubliceerd, was ik getrouwd, vader geworden, had ik een huis gekocht, was ik afgestudeerd als psychotherapeut en bouwde ik mijn zaak als spreker op. Burn-out was een woord dat ik soms hoorde vallen in de media, niet van toepassing, toch niet op mij.

Oh ja, en ik had Everest Base Camp bereikt.

Iedereen zag een succesverhaal. Een inspirerend voorbeeld van wilskracht en veerkracht.

Wat niemand zag – wat ik zelf niet eens zag – was dat mijn zenuwstelsel al jaren in overlevingsmodus draaide. En dat die modus me uiteindelijk alles zou kosten.

Het brandalarm dat niet meer uitgaat

Stel je voor: je zit thuis, ontspannen op de bank. Plots gaat het brandalarm af. Wat gebeurt er in je lichaam?

Je hartslag schiet omhoog. Je ademhaling versnelt. Je spieren spannen zich aan. Je pupillen verwijden. Je hele systeem schakelt over naar één modus: overleven.

Dit is je sympathische zenuwstelsel in actie – de “fight, flight or freeze” respons. Een briljant, levensreddend mechanisme dat je klaarstoomt voor actie.

Maar hier is het probleem: deze modus is bedoeld voor korte, acute bedreigingen. Een brand. Een rovend dier. Een auto die op je afkomt.

Het is niet bedoeld om jaren aaneen actief te blijven.

En toch gebeurt dat bij steeds meer mensen. Het brandalarm blijft afgaan. En je blijft rennen, vechten, overleven – terwijl er allang geen brand meer is.

Wanneer overleven je enige programma wordt

Na mijn hersenletsel kende ik maar één modus: doorgaan.

Ik moest opnieuw leren lopen. Doorgaan.
Mijn opleiding afmaken. Doorgaan.
Bewijzen dat ik meer was dan mijn letsel. Doorgaan.

Mijn sympathische zenuwstelsel stond op “aan”. Permanent. En omdat het werkte – omdat ik resultaten boekte, doelen bereikte, mensen inspireerde – dacht ik dat dit normale was.

Sterker nog: ik dacht dat dit kracht was.

Persoonlijke grenzen? Die bestonden niet. Rust? Dat was voor later. Mijn lichaam dat signalen gaf van vermoeidheid, pijn, spanning? Ik negeerde ze. Er was immers nog zoveel te doen, te bewijzen, te bereiken.

Wat ik niet begreep, was dat mijn lichaam de hele tijd riep: “Stop! Het brandalarm gaat af! We moeten eerst het vuur blussen!”

Maar ik? Ik probeerde ondertussen de woonkamer opnieuw in te richten.

De onzichtbare kosten van een overactief zenuwstelsel

Wanneer je sympathische zenuwstelsel te lang geactiveerd blijft, gebeuren er dingen in je lijf die je niet bewust opmerkt. Tot het te laat is.

Je overlevingsmechanismen nemen over:

  • Je hypervigilantie wordt je normaal. Je scant constant je omgeving, anticiperend op wat er nog allemaal moet gebeuren.
  • Je disconnect van je lichaam. Pijn, honger, vermoeidheid – het wordt achtergrondgeruis dat je leert negeren.
  • Je perfectie-drive neemt toe. Want als je alles onder controle houdt, blijf je veilig.
  • Je kunt niet meer ontspannen. Zelfs in rust blijft je systeem gespannen, klaar voor actie.

Ondertussen vreet dit chronische overlevingsmodus aan je:

  • Immuunsysteem (je wordt vaker ziek)
  • Spijsvertering (maagklachten, IBS)
  • Slaap (in-/doorslaapproblemen)
  • Geheugen en concentratie (brain fog)
  • Emotieregulatie (sneller geïrriteerd, emotioneel)
  • Relaties (minder geduld, empathie, aanwezigheid)

En op een dag – vaak zonder waarschuwing – valt de bodem eruit.

Toen de bodem eruit viel

Voor mij kwam dat moment stilletjes. Geen dramatische crash. Gewoon… niets meer.

Mijn lichaam zei stop. Niet tijdelijk, maar fundamenteel.

De jaren van rennen, presteren, doorgaan – het kostte me mijn huwelijk, mijn energie, mijn gevoel van mezelf. Ik had zo hard gefocust op overleven, dat ik vergeten was te leven.

En toen stond ik daar: met een leven dat er op papier indrukwekkend uitzag, maar dat vanbinnen leeg voelde.

Alsof ik jaren bezig was geweest de woonkamer te decoreren terwijl het huis in brand stond.

Het eerste dat moet gebeuren: het brandalarm uitzetten

Hier is wat ik sindsdien leerde, zowel in mijn eigen herstel als in mijn werk als psychotherapeut:

Je kunt je leven niet veranderen, je gedachten niet herstructureren, je relaties niet herstellen – als je zenuwstelsel nog steeds in overlevingsmodus zit.

Het eerste dat moet gebeuren, is het brandalarm uitzetten.

Of, in technische termen: je parasympathische zenuwstelsel – het “rust en herstel” systeem – weer activeren.

Dit is geen mentaal proces. Het is geen kwestie van “gewoon ontspannen” of “positief denken”. Het is een lichamelijk proces van het opnieuw reguleren van je autonome zenuwstelsel.

En dat vraagt tijd. Geduld. Medeleven met jezelf.

Hoe je zenuwstelsel opnieuw leert reguleren

De afgelopen twee jaar bouw ik aan een nieuw leven. Niet spectaculair. Niet indrukwekkend. Maar wel fundamenteel anders.

Stapje voor stapje. In stilte.

Om te beginnen werkte ik part-time, van thuis uit. Ik bouwde mijn praktijk rustig uit, zonder de doodsangst van failliet te gaan als het niet werkt. December 2024 besloot ik om dat werk achter me te laten en me volledig toe te leggen op mijn praktijk als psychotherapeut. En ik ben bezig met de echtscheiding – pijnlijk, maar nodig.

En voor het eerst in jaren vraag ik mezelf (bijna) elke dag: “Hoe gaat het met mij?”

Niet: “Hoeveel heb ik gedaan?”
Niet: “Wat moet er nog gebeuren?”
Maar: “Hoe gaat het met mij, nu, in dit moment?”

Ik maak tijd om te sporten. Niet om calorieën te verbranden of prestaties te boeken, maar omdat beweging mijn zenuwstelsel helpt reguleren. Omdat het me terug in mijn lijf brengt.

Ik maak tijd om met mijn kinderen te zijn. Écht aanwezig, niet terwijl mijn hoofd al bij de volgende taak is.

Ik maak tijd voor mooie momenten met mijn vriendin. Verbinding voelt weer mogelijk, omdat ik niet meer constant in overlevingsmodus zit.

En ja, het huis is een puinhoop. De renovaties slepen eindeloos aan. De huishoudelijke taken – enorm uitdagend door mijn hersenletsel en ADHD – blijven vaak liggen.

En dat is oké.

Want ik kan de woonkamer niet inrichten als het brandalarm nog afgaat.

Eerst moet ik mijn zenuwstelsel leren dat het veilig is. Dat er geen brand meer is. Dat overleven niet meer de enige optie hoeft te zijn.

Waarom regulatie voor alles gaat

In de therapiewereld wordt vaak gefocust op cognitieve processen: gedachten herstructureren, gedrag veranderen, inzichten opdoen.

En dat is waardevol. Maar het werkt niet als je zenuwstelsel nog steeds schreeuwt: “GEVAAR!”

De volgorde is cruciaal:

  1. Eerst reguleren (zenuwstelsel kalmeren)
  2. Dan relateren (verbinding met jezelf en anderen)
  3. Dan reflecteren (inzicht, betekenisgeving, verandering)

Als je deze volgorde omdraait, vraag je iemand om diep na te denken over hun leven terwijl het brandalarm afgaat. Het werkt simpelweg niet.

Dus in mijn praktijk begin ik altijd met de vraag: “Is je systeem veilig genoeg om hier te zijn?”

En als het antwoord “nee” is, beginnen we daar. Met ademhaling. Met grounding. Met het voelbaar maken dat dit moment, nu, oké is.

Signalen dat jouw zenuwstelsel in overlevingsmodus zit

Misschien herken je jezelf in dit verhaal. Misschien zit ook jouw systeem al te lang op “aan”.

Enkele signalen:

  • Je kunt moeilijk stilzitten of “niets doen”
  • Je voelt je schuldig bij rust
  • Je hebt moeite met prioriteiten stellen (alles voelt urgent)
  • Je lichaam voelt gespannen, zelfs na een goede nachtrust
  • Je bent vaak geïrriteerd of emotioneel overweldigd
  • Je vergeet te eten, te drinken, naar het toilet te gaan
  • Je kunt moeilijk aanwezig zijn in gesprekken
  • Je droomt van rust, maar als je die krijgt, voel je je onrustig

Als je dit herkent: je bent niet zwak. Je bent niet lui. Je faalt niet.

Je zenuwstelsel doet precies wat het getraind is te doen: overleven.

Maar overleven is niet leven.

De uitnodiging: kies voor regulatie

Burn-out is geen mentale zwakte. Het is geen gebrek aan motivatie of discipline.

Het is je lichaam dat de noodrem trekt.

Het is je zenuwstelsel dat zegt: “Genoeg. We kunnen niet meer. We hebben rust nodig.”

En de enige weg terug – de enige duurzame weg – is door te luisteren.

Door het brandalarm uit te zetten voordat je probeert de woonkamer opnieuw in te richten.

Door je zenuwstelsel te leren dat veiligheid mogelijk is. Dat rust geen luxe is, maar een basisvoorwaarde.

En dat betekent misschien:

  • Minder doen
  • Grenzen stellen
  • Hulp vragen
  • “Nee” zeggen
  • Accepteren dat het huis rommelig mag zijn
  • Prioriteiten radicaal herzien

Het is niet gemakkelijk. Het voelt vaak alsof je achteruit gaat.

Maar voor het eerst in tijden ga je niet meer in cirkels. Je gaat terug naar de basis. Naar wat echt belangrijk is.

Naar jezelf.

Tot slot

Ik ben nu 39. Achttien jaar na mijn hersenletsel. Twee jaar na het moment dat de bodem eruit viel.

Mijn leven ziet er heel anders uit dan ik had gepland. Het is kleiner, rustiger, minder spectaculair.

En het voelt eindelijk als leven.

Niet als overleven.

Want het brandalarm is uit. En ik leer, stapje voor stapje, hoe het voelt om thuis te komen in mijn eigen lichaam.

Om grenzen te voelen en te respecteren.

Om te leven vanuit mijn behoeften in plaats van mijn overlevingsmechanismen.

En misschien, heel misschien, kan ik nu pas écht beginnen met het inrichten van mijn woonkamer.


Als je herkent dat jouw zenuwstelsel al te lang in overlevingsmodus zit, en je wilt leren hoe je opnieuw kunt reguleren: dat is precies waar ik mensen mee begeleid in mijn praktijk. Want niemand hoeft dit alleen te doen. Boek een gratis kennismaking in de link bovenaan, of: Lees hier meer over mijn aanpak bij burn-out

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.